Verlatingsangst, hoe hiermee om te gaan?
Verlatingsangst, bijna elke kind (en dus ook ouder) heeft er last van. Baby’s die voorheen goed sliepen, kunnen zodra ze verlatingsangst krijgen daarom ook ware nachtbrakers worden. Het kan zijn dat je baby alleen maar in slaap kan vallen als jij naast het bed zit, maar ook dat hij ‘s nachts in paniek wakker wordt als hij merkt dat jij er niet bent. Kortom verlatingsangst kan veel problemen geven bij het naar bed brengen van je kindje.
Ook bij andere situaties zoals het wegbrengen naar kinderdagverblijf of oppas kan verlatingsangst optreden, maar ook als je even in een andere kamer bent. De vertrouwde mensen voor hem zijn immers weg uit zijn omgeving.
Eenkennigheid en verlatingsangst
Verlatingsangst en eenkennigheid komen meestal tegelijkertijd voor bij een baby en versterken elkaar. Tussen de leeftijd van 8 en 18 maanden is deze angst het hevigst. Op een dag kun je merken dat je jouw kindje niet meer zo makkelijk bij iemand anders in handen kan geven en dat hij schrikt als je dit doet. Voorheen ging dit zo makkelijk, maar nu ontstaat er stress en kijkt hij je met angstige ogen aan en begint te huilen. Je baby is niet zozeer bang voor anderen, maar leert juist herkennen. Dit herkennen zorgt ervoor dat er een onderscheid kan worden gemaakt tussen bekend en onbekend. In die zin is eenkennigheid eigenlijk een complimentje naar de ouders, want je kindje kan het gedrag van zijn ouders voorspellen en krijgt een veilig gevoel.
Eenkennigheid is eigenlijk een hele grote sprong vooruit
Je kindje gaat steeds meer begrijpen en begint nu ook beter afstanden in te schatten. Wat hij echter nog niet begrijpt is het feit dat als je weggaat je ook weer terug komt. Deze connectie kan je kindje nog niet leggen. Daarnaast kan hij ook steeds beter een beeld vormen in zijn hoofdje, ook als dat beeld niet zichtbaar is. Hij kan dus aan jou denken en dan tot de conclusie komen dat je er niet bent. Daar komt nog bij dat baby’s geen idee hebben van tijd. Als je weg gaat, kan dat wat hem betreft wel voor altijd zijn. Er ontstaat paniek en vaak eindigt dat in een gil, schreeuw of huilen. Hij snapt dus eigenlijk veel meer, vandaar dat deze ontwikkeling een hele grote sprong vooruit is.
Hoe weet ik of mijn baby in een fase van verlatingsangst zit?
Als één van onderstaande punten herkenbaar zij voor je dan zit je kindje waarschijnlijk in een fase van verlatingsangst en eenkennigheid.
• Tot voor kort kon je je kindje gewoon achterlaten bij opvang of oppas, maar gaat ineens hartverscheurend huilen als je weggaat.
• Je baby lekker ontspannen is bij je, maar ineens stress in het lijfje komt en verstijfd als een ‘vreemde’ in zijn gezichtsveld komt.
• Je baby helemaal in paniek raakt als je even naar een andere kamer bent, terwijl je dus nog wel gewoon thuis bent.
• Je baby slaapt ineens een stuk onrustiger dan voorheen en raakt in paniek als je uit de slaapkamer gaat.
• Je baby kruipt tegen je aan in situaties die voor hem onbekend zijn en als ‘vreemden’ tegen hem praten begint hij te huilen.
Probeer te begrijpen dat het een fase is die heel normaal is en waarschijnlijk vanzelf weer over gaat. Soms zal het best wel vermoeiend zijn als je geen stap kunt zetten zonder dat hij gaat huilen, maar probeer zijn angst wel serieus te nemen. Troost hem als hij bang of in paniek is, dat zal hem een veilig gevoel geven. Hij zal op termijn echt wel leren dat ook andere mensen te vertrouwen zijn. Hoe ouder ze worden hoe beter ze om kunnen gaan om het even zonder ouders te moeten doen. Ze zijn meer gewend, kunnen zich beter uiten en zijn minder afhankelijk van de ouder.
Door met spelletjes in te spelen op je baby’s nieuwe verlatingsangst kun je hem helpen om sneller te begrijpen dat je misschien af en toe uit het zicht bent, maar altijd terug komt.
Hieronder een aantal praktische tips die je kunt toepassen als jouw kindje last heeft van verlatingsangst/eenkennigheid:
• Wanneer je thuis uit beeld van het kind bent (bijvoorbeeld als hij in de box is), laat dan je stem nog wel horen. Liedje zingen of een beetje rommelen. Vertrouwde geluiden kunnen je kind geruststellen om over zijn angst heen te komen.
• Het “kiekeboe” spel is bij baby’s een goede manier om te oefenen dat “niet zien” niet gelijk is aan “weg en niet meer terugkomen”.
• Probeer altijd duidelijk afscheid te nemen van je kindje met een dikke knuffel en een vast ritueel, in plaats van gewoon maar te verdwijnen. Begroet hem natuurlijk ook weer uitbundig als je weer terugkomt.
• Is je kindje al goed in staat te begrijpen wat je zegt, vertel dan wat er gebeurt en houdt je ook aan deze afspraken. “Mama gaat nu heel even naar boven je knuffel pakken, maar ik kom zo weer terug.” Je kind zal dan gaan huilen, maar laat dat dan ook even zo. Jij komt weer snel terug en zo je kind leert er op te vertrouwen dat jij je aan de afspraken houdt. Je kind oefent op deze manier in het alleen zijn.
• Als je kindje niet meer alleen durft te slapen, ga dan nog even “rommelen” op de gang zodat hij je nog hoort als je uit het zicht verdwenen bent. Je kunt ook werken met de wekkermethode bijvoorbeeld, waarbij je in het begin om de paar minuten even snel je kind komt troosten zodat hij weet dat je niet echt helemaal weg bent.
• Houdt je aan vaste rituelen. Bijvoorbeeld bij het wegbrengen naar de oppas: jasje uit, even zelf met het kind spelen met zijn favoriete speeltje, zeg tegen het kind dat je nu gaat en dat je vanmiddag weer terugkomt, neem afscheid en loop weg. Laat het aan de oppas over om het kind eventueel te troosten.
• Heeft het kind een voorkeur voor een van beide ouders, probeer het kind dan ook eens door de andere ouder te laten troosten als de favoriete ouder in de buurt is. Je kunt er dan naast gaan staan en het kind samen troosten. Het kan zijn dat hij zijn armpjes naar de favoriete ouder uitstrekt, maar laat dit dan niet toe. Doe dit ook bij de oppas.